Een directeur-bestuurder die tortilla’s serveert

Sinds mei van dit jaar is Jiska van den Hoek de directeur-bestuurder van Versa Welzijn. Tijd om haar voor te stellen en terug te kijken op haar eerste ervaringen in het sociaal werk en haar plannen voor de toekomst te bespreken.

Jiska is al van jongs af aan geïnteresseerd in de beweegredenen van mensen en komt op voor de belangen van anderen. “Het zit in mijn leven om op te komen voor mensen die dat zelf niet zo goed kunnen”, zegt zij. Zo zat zij in een leerlingenraad, medezeggenschapsraad en ondernemingsraad en was zij politiek actief. Ze studeerde Sociologie én Communicatie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Vanaf 2006 bekleedde zij diverse functies bij GGZ NL, de branche- en netwerkvereniging voor de geestelijke gezondheids- en verslavingszorg. In 2018 werd zij directeur van Zorgbelang Brabant Zeeland, een regionale patiëntenorganisatie die patiënten ondersteunt in hun positie ten opzichte van zorg en welzijn.

Overstap van zorg naar welzijn

Haar interesse voor het welzijnswerk werd versterkt in haar periode bij Zorgbelang. “Welzijn staat dichtbij de mensen, in de wijken, merkte ik in mijn gesprekken met welzijnsorganisaties. Ik zat vanuit mijn functie als directeur van Zorgbelang aan vijf IZA tafels [Integraal Zorg Akkoord], die zich focussen op de transitie van zorg naar gezondheid. Daar ontdekte ik dat zorg en welzijn twee werelden zijn die elkaar niet goed kennen en anders gefinancierd en georganiseerd zijn. In verbinding met elkaar valt daar zo veel te winnen voor inwoners. Dat maakte dat ik een half jaar geleden solliciteerde bij Versa Welzijn. Met nog steeds dezelfde drijfveer: mensen zichtbaar maken en er zijn voor mensen die het moeilijk vinden om voor zichzelf of een ander op te komen.”

Gevraagd naar haar ervaring in haar eerste half jaar, geeft Jiska aan dat zij verrast is over de enorme diversiteit en de hoeveelheid werkzaamheden die Versa Welzijn allemaal verricht. En dat het haar opgevallen is dat het welzijnswerk soms onderschat wordt. “Sociaal werk lijkt op het eerste gezicht misschien eenvoudig, maar het is echt een vak en er zit een wereld achter. Met een koffie-bakfiets de wijk ingaan bijvoorbeeld, is niet enkel een activiteit. Het is een instrument om een hoger doel te bereiken. De sociaal werker vormt de ogen en de oren van de wijk. Via een laagdrempelige activiteit wordt er contact gelegd, is er een ingang en kan er vertrouwen worden gewonnen. Pas dan kom je achter de diepere vraag die mensen bezighoudt en kun je hen helpen.”

Kennismaking intern en extern

De eerste maanden heeft Jiska benut om kennis te maken met gemeenten en samenwerkingspartners om te horen hoe zij naar Versa Welzijn kijken en waar zij nog meer mogelijkheden zien voor versterking en samenwerking. “Voor mijn gevoel valt er nog veel te verbinden in deze regio, om het aanbod voor inwoners beter te maken en meer op elkaar te laten aansluiten. We moeten elkaar goed weten te vinden en kennen en naar elkaar verwijzen.” Intern heeft Jiska zich onder gedompeld in wat Versa allemaal doet door wijkcentra te bezoeken en haarzelf aan te bieden als vrijwilliger. “Ik heb o.a. geholpen bij het inloopspreekuur van Administratie voor Elkaar en de energieklussers in Huizen. Daarnaast heb ik geholpen bij de zomerseniorenweek in Gooise Meren. Op de Mexicaanse avond heb ik tortilla’s uitgeserveerd. Echt super leuk én interessant om te doen. Ik was onder de indruk van de drive en het commitment van medewerkers en vrijwilligers. En van het belang voor mensen om zinvol bezig te zijn. Eén van de vrijwilligers bij Administratie voor Elkaar was een oudere, gepensioneerde heer die al tien jaar wekelijks dit spreekuur verzorgt, wat een loyaliteit!”

Koers Versa 2030

De afgelopen jaren onder de vorige directeur-bestuurder Anita Keita lag de nadruk binnen Versa Welzijn op de implementatie van het Rijnlands werken. Medewerkers werken teamgericht, in de wijk, dichtbij mensen en de verantwoordelijkheid ligt laag in de organisatie. Onder Jiska wordt deze lijn doorontwikkeld: “Ik wil het gedachtegoed behouden, maar bepaalde zaken meer structureren en stroomlijnen. Bovendien is Versa toe aan nieuwe visie en positionering. Dit komt voort uit de externe ontwikkeling dat er veel meer van welzijn verwacht wordt, door druk op de zorg, toenemende wachtlijsten en het tekort aan personeel. Preventie wordt nog belangrijker. Dat betekent dat we het komende jaar gaan onderzoeken hoe wij onze organisatie in moeten richten met het oog op de toekomst. Wat vragen anderen van ons en wat hebben wij nodig om daar goed antwoord op te kunnen geven?”

“Wij merken nu al dat in de wijken steeds meer mensen wonen met een bepaalde complexiteit die er 5 jaar geleden niet was. Dat vraagt iets van onze deskundigheid. Mensen wonen langer thuis, er is meer dementie onder ouderen en er komen meer mantelzorgers. Wij moeten een goed aanbod voor die doelgroepen hebben en collega’s moeten weten hoe om te gaan met dergelijke problematiek. Dat vraagt extra scholing en wellicht hebben we ook andere medewerkers nodig, bijvoorbeeld uit de zorg omdat we die expertise nu meer kunnen gebruiken.”

“Bij het bepalen van de nieuwe koers zullen we in gesprek gaan met externe partijen zoals gemeenten en samenwerkingspartners, maar ook met inwoners en cliënten. En dan niet alleen inwoners die Versa Welzijn al kennen, maar juist ook mensen die het welzijnswerk niet kennen. Daar zit namelijk een groot potentieel, iedereen kan iets voor een ander betekenen, bijvoorbeeld in vrijwilligerswerk. Bij het werken aan een stevige gemeenschap hebben we iedereen nodig. De Vrijwilligerscentrales vormen daarin een belangrijke schakel.”

Wat wil je bereiken met Versa Welzijn?

“Mijn streven is dat Versa Welzijn bekend is bij alle inwoners, niet alleen bij de zogenaamde kwetsbare inwoners. Dat iedereen in de regio weet wat wij doen en waarom wij dat doen. Ik wil onze toegevoegde waarde zichtbaarder maken. De hele regio moet zich bewust zijn van het belang van gemeenschappen. Het is essentieel om te laten zien wat het sociaal werk oplevert, wat de impact is van ons werk. We zijn dit jaar ook begonnen met het verbeteren van onze registraties, in samenwerking met onze softwareleverancier Adsysco. Zodat wij richting gemeenten onze verhalen over behaalde resultaten kunnen onderbouwen met betere cijfers.”

“Ik hoop van harte dat wij in onze regio, waarin we veel op elkaar zijn aangewezen, de beweging van zorg naar welzijn gezamenlijk vorm kunnen blijven geven, ook al komen er financieel mindere tijden aan voor de gemeente. Denk aan het ‘ravijnjaar’ 2026, waarin gemeenten minder financiering van het rijk ontvangen. En ik wens dat we niemand kwijtraken in de transitie van zorg naar gezondheid. De zorg wordt minder toegankelijk, de wachtlijsten in de ggz nemen toe, er zijn meer mensen met dementie, mensen wonen langer thuis. Het risico is dat mensen straks niet meer in beeld zijn bij zorg, maar ook niet in het welzijnswerk of geen hulp ontvangen op een andere passende plek. Er zijn nu al mensen die eenzaam thuis zitten of nog erger, dagen dood in hun woning liggen voordat zij gevonden worden.”

Sociaal werk is verbinden

“Het belang van welzijnswerk neemt alleen maar toe nu we steeds meer individualisering, verharding en polarisatie zien in de maatschappij en ook in deze regio”, benadrukt Jiska. “Er ligt daar voor ons een nieuwe opgave. Kijk bijvoorbeeld ook naar de onrust rondom de komst van AZC’s en de gebeurtenissen in Amsterdam rond de voetbalwedstrijd Maccabi-Ajax. Wij zijn bij uitstek de partij die zorgt voor verbinding tussen mensen en in wijken. Het is nodig dat we met elkaar in gesprek blijven, luisteren naar elkaar, begrijpen wat iemand beweegt. Je mag het met elkaar oneens zijn, maar heb respect voor elkaar. Alleen zo creëren we met z’n allen een leefbare regio waarin het prettig wonen, werken en leven is!”