Ons leer-logboek
We zijn samen tot de volgende inzichten gekomen (tot en met 30 mei 2023):
- De onderzoekers sluiten aan; bij de brede bewonersavond op 30 mei, maar ook bij ‘Bakkies in de buurt’. Er is een mooi, inhoudelijk gesprek gevoerd over hun rol en introductie in de wijk. Kan dat organisch? Door ‘gewoon’ bij activiteiten aan te sluiten en vanuit interesse vragen te stellen? Waarna je jezelf gaandeweg vanuit je functie voorstelt. Zoals community builders dat doen. ‘First contact then content’, zonder het contact direct ten dienste van het functionele te stellen. Of kan dat niet? Het blijft zoeken, ook vanwege een beroepscode die voorschrijft dat je jezelf als onderzoeker bekend moet maken. Vraag is hoe expliciet en direct dat moet. Andere ingang is om de eigen assets, als onderzoekers, toe te voegen aan de assets van bewoners. Dan werk je echt aanvullend; een belangrijk ABCD-principe. Want Edwin en Marlijn hebben de bewoners die mee op reis willen, ook echt wat te bieden. Katinka heeft bij een bewoonster een haakje ontdekt; zij lijkt zeer geïnteresseerd in meer eigenaarschap en het verder vergroten van ondernemerschap ten faveure van de buurt.
- Het in de buurt zijn, figuurlijk, maar ook letterlijk, blijkt cruciaal. Mooi voorbeeld is van Matijs. Na een middag vruchteloos aanbellen op één van de hofjes waar hij werkt, stopte er een Regiotaxi met een dame erin. Ze stapte uit, raakte met Matijs aan de praat, en haalde direct verschillende buurtbewoners naar buiten. Amper anderhalf uur verder ontstond bij verschillende van die bewoners een idee om samen iets te gaan doen.
- In de wijk ontstaan communities op twee niveaus; rondom hofjes en flats, dus in de cirkels waarin bewoners zich bewegen, maar ook rondom thema’s. Mooie voorbeelden zijn veiligheid en biodiversiteit. De community builders supporten en verbinden de bewoners en hun verschillende ideeën en initiatieven rondom deze thema’s.
- Het belang van het onderzoek, van ons als deelnemende partijen, is niet hetzelfde als dat van de buurt. We komen wat brengen, maar natuurlijk ook wat halen. We stappen in, in een buurtsituatie die allang beweegt, bestaat en aan de gang is. Het is een uitdaging om goed dat spanningsveld te bewaken tussen het onderzoek dat we willen doen en het proces van de buurt. Hoe kunnen we daar dienstbaar aan zijn? Het vraagt een bescheiden en nieuwsgierige opstelling. En de wil om aanvullend te werken door assets waar onderzoekers en community builders over beschikken, dienstbaar te maken voor de buurt.
- Geen enkele wijk, buurt of gemeenschap is hetzelfde. Steeds weer moet je ontdekken wat de assets zijn. ‘If you one community, you know one community’. Dit naar aanleiding van het voorbeeld van de ‘volggroepen’ die in Doetinchem een soortgelijk traject volgen. Dat idee past hier veel minder dan in Doetinchem.
- Zuiver werken, dienstbaar aan de wijk zijn, betekent ook het tempo van de bewoners volgen. Belangrijk om samen te onderkennen dat dit soms op gespannen voet staat met de ambities en haast van beleidsmakers én andere betrokkenen. We hebben het tempo van de wijk gevolgd bij het vormgeven van de sollicitatieprocedure voor de nieuwe community builders. Met als consequenties dat de onderzoekers later dan gehoopt konden starten in de wijk en de eerste update voor het Roelsefonds later komt dan misschien gewenst. Het resultaat is echter dat bewoners direct eigenaarschap voelen ten opzichte van dit traject. Het blijven uitleggen van deze stappen is cruciaal om alle partijen aangehaakt te houden.
- Conclusie van het laatste onderzoekersoverleg: we zijn samen iets aan het doen wat nog niet vaak is gedaan. We bevinden ons in een pionierspositie, waarbij het belangrijk is samen te blijven zoeken en het lerende karakter van dit traject te omarmen. Niets is goed of fout! We leggen de processen die belangrijk zijn om er samen te komen, vast. En om die processen boven tafel te krijgen, moeten we in contact zijn en blijven en elkaar leren kennen.