Verslag van de eerste ‘samen leren’-sessie in AllArt
“Alles is begonnen met een vlaggetje!”
Het is 8 april, half twee in de middag, als ruim 40 mensen in de comfortabele stoelen gaan zitten van de theaterzaal van AllArt. Bewoners, onderzoekers, mensen van de gemeente en beroepskrachten van allerlei organisaties. Vandaag praten bewoners en het projectteam ‘Bewoners nemen regie in Hilversum Zuidwest’ de deelnemers bij over waar ze mee bezig zijn in Hilversum Zuidwest. Op een manier die uitnodigt om samen te leren.
Opbouwwerker Katinka vertelt over de oorsprong van het project. Over het werken aan community building vanuit ABCD, dat ingewikkeld klinkt (Asset Based Community Development), maar vooral betekent dat bewoners aan het roer staan en er niet taakgericht of probleemgestuurd wordt gewerkt, maar relatiegericht. “We werken aan ontmoeting, verbinding en dat doen we vanuit alles wat er al in de buurt is, niet vanuit problemen of wat de buurt tekort komt!”
Ontmoeten en ‘haakjes’ ontdekken
Samen met community builders Afke en Simone en deelnemers uit de zaal laat Katinka letterlijk zien hoe een Buurtbakkie werkt. Eigenlijk net als op kantoor bij de koffieautomaat. Het gaat om ontmoeting, gezelligheid en het gesprek van de dag. Maar dan in de buurt, met koffie en thee erbij. Handen schudden en de gesprekken starten als vanzelf. Mensen weten van de Buurtbakkies door flyers, folders en de tamtam. Daarnaast hangen er kleurrijke vlaggenlijnen en staat er een Bakfiets. Dan vragen mensen al snel: wat is hier te doen? Brandje en Sandra zijn bewoners van Zeverijnflat 2. Ze stelen op het podium de show; het typeert de sfeer die in de Zeverijnflats is ontstaan. Inmiddels drinken bewoners niet alleen maar koffie samen, maar gaan ze ook uit lunchen. Bij de eerste lunch met acht bewoners, bij de tweede al met bijna 30. Er is ook een feestcommissie die de nodige activiteiten organiseert. Ed van de Derde Helft zit ook op het podium. Het is een initiatief voor senioren bij SV Olympia om elkaar te ontmoeten. De dames van Zeverijn stellen direct voor om er eens met een groep bewoners te gaan kijken. Daar ontmoeten ze weer anderen en dan komt van het een weer het ander. Zo werkt het! Als je elkaar maar ontmoet en leert kennen. Community builders zoeken in gesprekken naar ‘haakjes’ waarmee ze mensen met elkaar kunnen verbinden. Dat gaat overigens heel vanzelfsprekend; er komt geen checklist of enquête aan te pas. In alledaagse gesprekken vertellen mensen nu eenmaal graag waar ze op ‘aan’ gaan en energie van krijgen.
Verbinding maken
Annemarie is van het Preventief Huisbezoek en bezoekt 80-plussers in de buurt. Het sluit aan bij haar passie om lekker in de wijk te lopen en er mensen te ontmoeten. Ze vertelt met een lach dat het boodschappen wel steeds langer duurt door de mensen die ze allemaal heeft ontmoet! Na dit mini-Buurtbakkie vertelt Katinka wat ze in het gesprek heeft gehoord aan haakjes. Iemand die mensen bij de buurt wil betrekken. Een verhaal over sociale activiteiten bij de voetbalclub. Maar ook: ‘misschien kan Ed bij onze Koffiemiddag eens vertellen over de Derde Helft’? Ze zag en hoorde veel humor en dat mensen samen een wijntje willen drinken. We weten nu dat Preventief Huisbezoek nog maatjes zoekt. En daar kunnen geïnteresseerden weer op aanslaan. Het verbinden van deze haakjes; dat is ABCD. Voorwaarde is dat je elkaar ontmoet en leert kennen. Dat is wat community builders doen: ontmoetingen en verbindingen tot stand brengen.
Relatiegericht werken
Een vraag: hoe leg je vast wat mensen willen? Want er mag veel niet. Dat zit in het relatiegericht werken. Je leert mensen kennen. Je weet waar ze op aan gaan en wat ze willen. Hoe vaker je er bent, des te gemakkelijker wordt het. En de vlaggenlijnen helpen. Daar kunnen bewoners persoonlijke informatie opschrijven, maar ook wat ze leuk vinden of waar ze de schouders onder willen zetten. Dat zien andere bewoners dan weer. Ze kunnen erbij aanhaken of zelf iets opschrijven. Door de vlaggenlijnen steeds weer op te hangen, blijft de informatie ‘van de bewoners zelf’. Bewoner Jeanet wil zelf graag mensen bij het samenleven in de flat betrekken. Zodat iemand niet 36 uur op de grond van zijn flat ligt met 84 bewoners om zich heen. “Als hij dan meedoet met het Bakkie, komen we te weten dat hij een kapper nodig heeft. Ik ken iemand op de tweede etage die kan knippen. Zo kunnen we elkaar helpen!” Community builder Simone geeft aan dat bewoners als Jeanet een belangrijke rol spelen in het flatleven. Omdat ze niet alleen de drive hebben om wat te betekenen, maar zich ook daadwerkelijk inzetten.
Groeien als persoon
Jade, Jeanet, Ilona en Brandje gaan op het podium zitten. Ilona vertelt over haar verhuizing naar Kerkelanden. Over haar passie voor natuur. Ze zag en ziet kansen om het sociale met natuur te combineren in Zuidwest. Groen is gezond, je ontmoet mensen er prettiger dan in een stenige omgeving en samen kun je eens boost geven aan de biodiversiteit. Dat leek haar een mooie uitdaging. Via wijkregisseur Natasha kwam ze bij Katinka uit. Er bleken meer bewoners met een groene passie, zoals Jetty, die er ook is. Ze zijn verenigd in Kerkelanden Groent, een groep van 12 bewoners, die al van alles voor elkaar heeft gekregen. Jade woont ruim 5 jaar op het Arminiushof. Ze schreef ooit wat op een vlaggetje tijdens een Buurtbakkie. Een spelletjesmiddag. Ze hoopte op 5 kinderen, het werden er 25. Door dat succes durft ze meer te organiseren op haar hofje. Er is een positievere sfeer ontstaan. Zelf werkt ze inmiddels ook een aantal uren als Buurtmaker voor Versa. Het doen en organiseren wordt steeds gemakkelijker. Ze wil een carrièreswitch maken van huishoudelijke hulp naar community builder. En dat alles is begonnen met een vlaggetje. Ze kent meer mensen en durft bewoners en de community builders vragen te stellen. Jade is ‘open gegaan’.
Alles is een aanknopingspunt
Jeanet woont in de Erasmusflat. Daar werd community builder Matijs in eerste instantie niet prettig ontvangen. Een paar maanden verder is de sfeer er veranderd. Voor Jeanet begon het toen ze uit de lift stapte. Ze zag vlaggetjes hangen, koffie staan en mensen zitten. Het ging toen vooral over ergernissen. ‘Schrijf ze maar op een vlaggetje,’ zei community builder Cecile. En van het een kwam ook daar het ander. Bewoners zochten elkaar ook privé op. En zo startte het prikken van vuil. Jeanet heeft het nu haar missie gemaakt om mensen die niet durven erbij te betrekken. Door praatjes te maken over alledaagse dingen en daar de tijd voor te nemen. Bewoners kunnen vervolgens direct aan een projectje meedoen. De woningbouwvereniging ervaart al dat de sfeer in de flat is veranderd. Het kost tijd en is geen trucje. De relatie met de gemeente en andere organisaties is ook sterk verbeterd. Jetty wil graag met Jeanet sparren. Alweer een verbinding. Ineens gaat het over verwarmingsketels. En laat er nu ook een energieklusser zijn. Die graag aan de slag gaat in de flat.
Van 7 naar 30 stoelen
Brandje woont in Zeverijnflat 2. In flat 1 begonnen startte een koffieochtend. Dat wilden de bewoners in flat 2 ook wel. Nu is er iedere twee weken ergens een koffiemoment. Inmiddels zijn ze twee flatlunches verder en is er een feestcommissie van zes bewoners. Bij de Nieuwjaarsborrel waren meer dan 60 bewoners; jong en oud. Bij de Paaslunch waren 28 bewoners. De volgende activiteit wordt een BBQ. Mensen schuiven aan, komen hun flat uit en samen is het gezellig. Dit ontstond via Marjolijn die POH’er bij de huisarts was en vrijwilligerswerk wilde doen. Ze ervoer eenzaamheid in Zeverijn 1. Kon ze daar geen koffiemoment organiseren. Zo startte het en gingen de balletjes rollen. Er is nu ook een eigen opslagplek voor stoelen en tafels. Het ontwikkelt maar door, en er zijn veel bewoners opgestaan. Het begon met 7 stoelen, nu staan er standaard 30 en die zijn allemaal bezet. Ilona vraagt Brandje hoe de communicatie gaat. Via flyers, dat werkt perfect. Kan Versa niet meer voor elkaar krijgen bij verhuurders? Want een ruimte krijg je als bewoners niet zomaar. De opbouwwerkers werken intensief met organisaties samen. En als zich dan een kans voordoet, kun je er gemakkelijker over in gesprek.
Klein beginnen
Afke wil voor de pauze weten wie er zitten. Bijna iedereen is betrokken bij een buurtactiviteit en viert wel eens feest met buren. Een aantal aanwezigen heeft nog plannen voor een eigen buurt. Het aanleggen van een Warmtenet. Vergroenen, bijvoorbeeld van nog meer boomspiegels. Een gereedschappenverzamelpunt voor iedereen die iets nodig heeft. Een bingo. Een rommelmarkt. Jeanet probeert alvast wat klussers te ronselen voor de ‘make-over’ van de ontmoetingsruimte. Jade zou het Zomerfeest weer in ere willen herstellen. In eerste instantie in een ‘mini-variant’, in juni 2025. Maar dit jaar, klein beginnen, kan ook. Iemand denkt aan zuurdesembroden bakken. Daar zijn veel jongeren individueel mee bezig. Slowcooking. Iemand anders kent weer een Voedselvereniging, Ons Eten. Die kan dit idee wellicht ondersteunen. Alweer een verbinding. Jeanet vraagt zich af hoe we álle aanwezigen hier kunnen verbinden. Via een lijst met spullen en passies. idealiter wordt dit op hofjes-, straat- of flatniveau gedaan. Verschillende groepen verbinden zich op verschillende manieren. Met dat idee gaan we de pauze in!
Niet traditioneel onderzoek
Geheel in de ABCD-traditie gebeurt het in de pauze. Allerlei mensen zoeken elkaar op. Daar ontstaan de bewonersinitiatieven van de nabije toekomst! Na de pauze gaan we in op het onderzoek. Want hoe onderzoek je nou hoe community building vanuit ABCD gemeenschapskracht versterkt? Dat onderzoek leuk is en geen zure verantwoordings-appel? De onderzoekers willen samen leren, vertelt onderzoeker Astrid Huygen. ABCD staat op gespannen voet met traditioneel onderzoek. Want buurtleven is niet lineair, is geen rechte lijn van A naar B, maar circulair en organisch. Van het een komt het ander. Wat maakt nou dat dit gebeurt? En welke betekenis heeft dat? Het onderzoek heeft twee centrale vragen: hoe werkt gemeenschapsontwikkeling? Hoe maak je de betekenis en waarden van sterke gemeenschappen zichtbaar? De onderzoekers kijken met vier lenzen: deelnemers, kenmerken, ontwikkeling en betekenis en waarden van een gemeenschap. Maar wie bepaalt die betekenis en waarden nu eigenlijk? Waaraan wil je als bewoner nu zelf afmeten of jouw inzet bijdraagt aan wat je dat wil. Er komt een vraag. Is er een nulmeting gedaan? Dat past niet bij deze vorm van onderzoek. Het is geen lineair proces. Deze manier van werken is uniek en een zoektocht. De wijk wordt gezien als ecosysteem in plaats van een machine die we draaiend willen houden. Als je op losse problemen investeert, verlies je het grotere verband. Er is wel een plan met drie onderzoeksporen: door de vier lenzen kijken naar verhalen, met elkaar in gesprek gaan in verhalensessies en het samen uitvoeren van Participatief Actieonderzoek. Met een initiatief een onderzoek doen, op basis van een vraag of wens van de bewoners die het initiatief maken.
Samen leren
Onderzoeker Kees Fortuin neemt het over en deelt een voorbeeld uit Rotterdam. ABCD vertrekt vanuit wat er is in een wijk. Het glas is halfvol. Niet omdat we positivo’s zijn, maar omdat bewoners met het halfvolle glas iets kunnen. Met het halflege glas kunnen ze weinig anders dan hulp vragen. Dit onderzoek start met de constatering dat we geen idee hebben van wat er al is. Terwijl onderzoekers normaal een idee hebben, de wijk in gaan en over de wijk schrijven. En dan is de buurt boos. Want die herkent zich er niet in. In Hilversum Zuidwest willen we samen leren! Als onderzoeker verbind je jezelf met de gemeenschap. Dat is pionieren. Kees laat een foto zien met een vrouw die voorleest aan kinderen. De kinderen zijn geboeid, de moeders erbij. Het is veilig, de kinderen voelen zich geborgen en opgenomen. Het is geen Voorleesproject voor taalverwerving. Het is ‘gewoon gezellig’. Twintig jaar later zijn deze kinderen volwassen en heeft de voorleesvrouw misschien wel hulp nodig. Dan kan er van alles ontstaan vanuit dit voorlezen. Het samenleven is geen gebouw dat je voorspelbaar in elkaar kunt zetten. Het is een bos en blijft nieuw leven genereren. Behandel je de buurt als gebouw, dan gebruik je de stukjes niet die niet goed zijn en heb je deskundigheid nodig uit het halflege glas. Zie je het als bos, dan weet je niet meer bij welk beleidsdoel dit beeld hoort. We zien een bewoner uit een slechte buurt, ‘tante Will’. Ze ging er activiteiten voor kinderen organiseren. Dat heeft allerlei effecten gehad. Kinderen zijn anders opgegroeid. Ze bekommeren zich om hun omgeving, zorgen voor ouderen in de buurt. Er is veel wat mensen samen kunnen doen voordat professionele hulp nodig is.
Groei leidt tot meer groei
In een gezond ecosysteem stromen de dingen. Community builders werken aan de vruchtbare bodem. Er gaat energie in een bos en dat stroomt door het hele bos in. Hoe langer die energie in het bos blijft, des te beter het is. Als er veel diversiteit en leven is, is het bos gezonder. Buurtbakkies hebben op het Menno Simonszhof geleid tot een enorme toename van het aantal contacten. Het aantal lijntjes tussen deze mensen is exponentieel gegroeid. Groei leidt tot meer groei. Er worden twee vragen gesteld: ‘hoe houd je de energie vast?’ en ‘hoe weet je of die mensen elkaar al niet kenden?’ Er zullen vast mensen zijn die elkaar al kenden. Wellicht zijn er zelfs wel dubbeltellingen. Maar het is hoe dan ook een exponentiële groei. En daar was iets voor nodig. Jeanet herkent het beeld wel. Het sociale zit in mensen, maar is iets voor nodig om ze in beweging te krijgen. Dat is gebeurd, ook in haar flat. Kees stipt nieuwe inzichten vanuit de neurologie aan. Over hoe verbindingen hormonaal werken en wat ze met hersenen doen. Bewoners zijn niet zo vaak blij over wat de gemeenten aan beleid op hen afsturen. Kan het anders? Dat drijft de onderzoekers voort. Vanuit de overtuiging dat je dit beter kunt begrijpen vanuit een ecosysteem-blik dan vanuit een mechanische kijk. Een deelnemer denkt dat er linksom of rechtsom cijfers moeten zijn om de opbrengsten te verantwoorden. Maar de vraag is dan wat je wilt meten; de afname van beleidsmatige problemen of de toename van gemeenschapskracht en onderlinge verbondenheid?
Vaker samen leren
De afdronk van de bijeenkomst is heel positief. Bewoners en beroepskrachten hadden geen idee dat er al zoveel gebeurt in de wijk. Ook goed dat duidelijk werd hoe belangrijk het is om naar elkaar te luisteren en iedereen te betrekken bij gesprekken. Er zijn na vandaag veel verhalen te vertellen. En het was interessant om te horen over het beeld van de wijk als ecosysteem. De algemene teneur is om dit vaker samen te doen. Om samen te leren.